van Bevervoordestraat
De van Bevervoordestraat kreeg zijn naam in de eindjaren “60. Daarvoor heette de weg Botsteeg. In 1967 wenden de bewoners van deze steeg zich tot de gemeente met verzoek de naam te wijzigen in de Juliana van Stolbergstraat. Het gemeentebestuur gaar hier echter niet in mee en besluit de naam Botsteeg te veranderen in van Bevervoordestraat. Inwoners van Gelselaar hadden eerder al eens deze naam voorgedragen voor de weg die nu Pierinkdijk heet.Een bijzonder stuk geschiedenis van het kerkdorp Gelselaar, waaraan de straat haar naam te danken heeft, is in 2002 en 2003 blootgelegd. De fundamenten van de voormalige havezate Bevervoorde aan de Jonkersweg zijn opgegraven. Havezate Bevervoorde ofwel ’thus te Geldesler’ (Gelselaar) is van 1326 tot 1730 bewoond. Bewoners noemden het huis van Olts Wiskinck en van Mensinck. Hadewich van Vorden trouwde in 1526 met Sweder van Bevervoorde tot Mensinck, die het bezit van de bisschop van Münster kocht. In 1649 was het huis, gemarkeerd met de rode stip, vlakbij de provinciegrens tussen Gelderland en Overijssel, een havezate. Een bewoner met de naam Bevervoorde zwaaide de scepter over Diepenheim, dat slechts enkele kilometer noordelijker ligt. De eigenaar van de havezate was lid van de ridderschap van de heerlijkheid Borculo. De kunstenaars Schoemaker, Pronk en De Haen wandelden in 1732 langs de ruïne Bevervoorde. Zij zagen de vervallen bijgebouwen voor het huis aan. Bevervoorde staat bekend als ’t Jonkeren en Jonkersplaatse.