Op de hoek van de Van Bevervoordestraat en de De Mölle, aan de rand van de dorpskern, gelegen voormalige molenaarswoning annex boerderij met aangebouwde varkensschuur. Het complex behoorde oorspronkelijk bij een nu verdwenen, tussen 1845 en 1850 gebouwde, windmolen. Deze molen beyond zich aan de De Mölle. De molenaarswoning werd rond 1856 gebouwd en had toen de opzet van een hallehuisboerderij. In de late 19de of vroege 20ste eeuw is de woning vergroot waardoor uiteindelijk een gebouw met de kenmerken van de T-boerderij is ontstaan. De detaillering van venster en deuropeningen, zoals de blinde segmentboogjes met gepleisterde boogvelden en aanzet en sluitstenen, is beïnvloed door de in de late 19de en vroeg 20ste eeuw in zwang zijnde neorenaissancestijl. Het gebouw is met de deel op de Van Bevervoordestraat georiënteerd. Boven de deeldeuropening bevindt zich een steentje met het jaartal 1917, hetgeen duidt op een verbouwing in dat jaar. Vanaf 1973 zijn diverse wijzigingen die het pand met name na 1945 had ondergaan en afbreuk deden aan de monumentale waarden weer ongedaan gemaakt. Zo bezitten de vensters weer de karakteristieke indeling met T-schuiframen. De varkensschuur wordt nu als atelier gebruikt. De woning bevindt zich aan de noordwestelijke rand het dorp Gelselaar en mede bepalend voor het aanzicht van de historische dorpskern komende uit het noordwesten.
Plattegrond en opbouw
Het hoofdgebouw is gebouwd op een nagenoeg rechthoekige plattegrond waarbij het voorhuis voorzien is van een afgewolfd schilddak en het achterhuis voorzien is van een hierop haaks aansluitend aan de zijde van de achtergevel afgewolfd zadeldak. De daken zijn belegd met rode verbeterde en opnieuw verbeterde Hollandse pannen.De aangebouwde schuur is eveneens op een rechthoekige plattegrond opgetrokken en bezit een aan drie zijden omlopend schilddak gedekt met rode verbeterde Hollandse pannen. De gevels van de schuur zijn deels in kruisverband en deels in halfsteensverband opgetrokken. De venster- en deuropeningen van de gevels van het voorhuis en de rechter zijgevel van het achterhuis worden afgesloten door blinde segmentboogjes met gepleisterde aanzet- en sluitstenen waarbij de gepleisterde boogvelden voorzien zijn van ingetrokken decoraties.
Voorgevel
In de beschrijving wordt de gevel van het voorhuis als voorgevel beschouwd. De voorgevel van het voorhuis is asymmetrisch ingedeeld en is vier traveëen breed waarbij de linker travee, waarin oorspronkelijk een deur gelegen was, breder is uitgevoerd. Iedere travee is voorzien van een door een blind segmentboogje afgesloten venster met de indeling van een T-schuifraam met luiken. De segmentboogjes zijn voorzien van gepleisterde aanzet- en sluitstenen.
Linker zijgevel
De linker zijgevel van het voorhuis bezit een ingehakte deuropening omgeven door een gepleisterde band. Links hiervan bevindt zich een hooggeplaatst klein venster met rechts hiervan een venster met raam als in de voorgevel. De verdieping bezit een venster met een kruiskozijn. De linker zijgevel van de varkensschuur heeft links een tweeruits stalraam en rechts een een door een segmentboogje afgesloten modern raam.
Achtergevel
De gevel van het achterhuis heeft in het midden een door een korfboog met gepleisterde aanzetstenen en een sluitsteen afgesloten deeldeuropening met aan weerszijden een vierruits ijzeren stalraampje. Geheel links bezit de gevel een door een segmentboogje afgesloten staldeurtje. Rechts bevinden zich op soortgelijke wijze afgesloten staldeuropeningen waarin later ramen zijn geplaatst. De gevel van de rechts gelegen voormalige varkensschuur is symmetrisch ingedeeld en heeft in het midden een door een korfboog afgesloten deeldeuropening met aan weerszijden een door een segmentboogje afgesloten staldeurtje. Boven de deeldeuropening bevindt zich een hooiluik.
Rechter zijgevel
De rechter zijgevel van het voorhuis heeft op de begane grond twee vensters als in de voorgevel met luiken. De verdieping bezit eveneens een kleiner venster met een dergelijk raam. De gevel van het achterhuis heeft van links naar rechts: een rechtgesloten opgeklampte deur met een rechtgesloten tweeruits bovenlicht.
Interieur
In het interieur zijn nog diverse oorspronkelijke onderdelen bewaard gebleven zoals de gebintconstructie; een achterkamer met schouw en kast en een achterkeuken met een vloer die voorzien is van zwarte en rode estrikken.
Reden van plaatsing
Architectuurhistorische criteria:
- Het object vormt een redelijk gaaf bewaard voorbeeld van een in een traditionele trant gebouwde molenaarswoning annex boerderij uit de tweede helft van de 19de eeuw. In de detaillering is sprake van enige invloed van de neorenaissancestijl. Het gebouw vormt het laatste restant van het oorspronklijk aan de De Mölle gelegen windmolencomplex;
- Het gebouw bezit een karakteristieke detaillering en materiaalgebruik waarbij met name de toegepaste gedecoreerde gepleisterde boogvelden opvallen;
- Het gebouw bezit nog diverse bewaard gebleven oorspronkelijke interieurelementen zoals een achterkamer met schouw en kast.
Stedenbouwkundige criteria:
- Het aan de westelijke dorpsentree gesitueerde complex vormt hier een markant en beeldbepalend element dat mede bepalend is voor het aanzicht van de historisch gegroeide dorpskern van Gelselaar waarvan het karakter bepaald wordt door een oude wegenstructuur en een bebouwing die in de huidige vorm grotendeels uit de periode 1850-1940 dateert. De voormalige molenaarswoning is van bijzonder belang voor de instandhouding van het karakter hiervan.
Cultuurhistorische criteria:
- De voormalige molenaarswoning is van historisch belang als herinnering aan de nu verdwenen molen van Gelselaar.
beschrijving: Gelders Genootschap, drs. R. Crols, beschreven op 18 februari 1999
bron: gemeente Berkelland