Ga naar de inhoud

Klokkenluider

  • door
Copyright: Van der Loeff (DPG Media) Publicatiedatum: 19810801 Opnamedatum: 19810731
Zaterdag 1 augustus 1981
Klokkeluider onderscheiden
A. Geurkink
trekt al 60 jaar 
aan de touwen
(Door Ger Dijkstra)
GELSELAAR - 
Geurkink luidt de klok van de Gelselaarse hervormde kerk bij overlijden en begrafenissen.
Zestig jaar neemt hij deze taak nu al op zich. De Gelselaarse schoenmaker is
duidelljk de tegenpool van de Almcreatle. Dagelijks is hij nog druk in zijn zaak en in de 
werkplaats. Als we hem opzoeken is hij bezig met de reparatie van
een paardentuig. Ledigheid is des duivels oorkussen", laat de oude baas ons weten, om later in het gesprek nog eens argwanend te informeren of de journalistiek echt een dagtaak 1s.
Zijn zilveren eremedaille, hem persoonlijk gebracht door plaatsgenoot wethouder 
H. J. Voskamp, prijkt op zijnn  vest. Een kostbaar kleinood, dat dankbaar
wordt gekoesterd. In zijn woonkamer vertelt hi hoe het allemaal begon.
Ik was vlak bij de kerk aan het werk op het Benneker, toen de grafdelver mij vroeg of ik de klokken wilde luiden. Dat bracht een dubbeltje op bij elk sterfgeval en vijftien cent bij een begrafenis, later werd dat een kwartje"  Geurkink zei Ja. Wie zou het
anders hebben moeten doen zo vraagt hij zich zestig jaar na dato af. Het is ook in het belang van de gemeenschap, dat het werk gebeurt, voegt hij er aan toe. Dat zestig jaar geleden die dubbeltjes en kwartjes ook mooi waren meegenomen in het gezinshuishouden verbloemt hij niet.
Passend afscheid
Niet zo'n leuk baantje eigenlijk. zo veronderstellen we. Immers. de klok luidt alleen als er iemand dood is. De Gelselaarse schoenmaker is het er niet mee eens. .Het werk moet gebeuren. De doden hebben recht op een passend afscheid. Je kunt de mensen maar niet zo naar een kerkhof brengen..".
Hij veronderstelt zelf dat de klok zo'n 1000 keer heeft geluid in de zestig jaar dat hij die taak
op zich heeft genomen. Al die jaren ging er nooit eens iets mis. Slechts een jaar heeft hij
moeten verzuimen. .Dat was in de oorlog. toen zat ik ondergedoken in de Gelselaarse Broek."
Waar hij zich aan ergert is dat bij sommige begrafenissen de klok niet in de gaten wordt
gehouden. Sommige buurtschappen zijn altijd te laat; dat was zestig jaar geleden al zo en nu
nog. _Slampamperij". zo veroordeelt hi deze dorpsgenoten. Om welke buurten het gaat?. Dat
vertel ik mooi niet. Het ligt ook wel aan de dominees, sommigen preken te lang".
Het luiden van de klokken is een zwaar werk. Soms helpt zoon Arie van 49 wel eens.
Maar ik doe zelf de zwaarste klokken en Arie de lichtste". zegt hij op een toon, die geen
tegenspraak duldt. Alleen de eerste vier, vijf trekken is zwaar werk, dan gaat het best".
Hij verhaalt smakelijk van de ervaringen die een neef een jaar of wat geleden opdeed. Hijzelf
zou helpen bij het hooien en de neef zou bij een begrafenis de klok voor oom Albert luiden.
.Toen hij terugkwam zegt hij tegen mij, dat doe ik nooit weer, nog voor geen 100 gulden