Boerenzoon Heuvel was voor het boerenwerk niet in de wieg gelegd. Hij dacht aanvankelijk aan een predikantenopleiding, maar keerde na enkele maanden ‘Ruimzicht’ te Doetinchem, een gymnasiale vooropleiding theologie, uit heimwee naar huis terug. Hij koos nu voor de onderwijzersopleiding en slaagde in 1882 voor het onderwijzersexamen te Arnhem. Per 1 november 1883 werd hij benoemd aan de lagere school te Laren, waar hij acht jaren bleef. Intussen maakte hij zich door zelfstudie een grote kennis van de natuur, de volkskunde en de geschiedenis (inclusief cultuur- en kerkgeschiedenis) eigen. In 1887 behaalde hij de hoofdakte. In 1890 verwierf hij te Wageningen de zogenoemde landbouwakte. In 1890 werd hij hoofd van de lagere school te Gelselaar. In 1891 trouwde Heuvel met de onderwijzersdochter en achternicht Derkje Wesseldijk (1869-1955), afkomstig uit Tongeren op de Veluwe. Samen kregen zij vier kinderen. In 1901 werd hij schoolhoofd te Borculo, wat hij bleef tot zijn dood.