Gelselaar, Schothorstweg 3
Historie en ligging
Fraai gelegen historisch gegroeid boerderijcomplex genaamd SCHOTHORST. Het complex wordt gevormd door een krukhuisboerderij met zandstenen waterput, een bakhuis en een schuur. Op de op het erf gelegen moderne naoorlogse schuren is monumentenbescherming niet van toepassing. De in een traditionele trant gebouwde boerderij bezit een uit ca.1900-1920 daterend voorhuis waarvan de detaillering voor wat betreft de blinde segmentboogjes met aanzet- en sluitstenen nog invloeden vertoont van de Neo-Renaissancestijl. Dit voorhuis zou mogelijk gebouwd kunnen zijn door de timmerman annex aannemer Welmers uit Gelselaar. Het achterhuis dateert blijkens een stichtingssteentje uit 1868. Dit jaartal kan echter ook duiden op een verbouwing in dat jaar. In de kern is boerderij vermoedelijk dan ook ouder. Het terrein waarop de boerderij is gelegen zou oorspronkelijk bebouwd zijn geweest met een kasteel of havezathe.
Het boerderijcomplex is gelegen aan de zuidzijde van de Schothorstweg op korte afstand van de ten westen hiervan gelegen Slinge. Deze weg bevindt zich ten zuiden van de dorpskern van Gelselaar tussen de Laarbergweg en de Bollertweg. De boerderij is met het voorhuis op de Slinge georiënteerd.
Boerderij met aangebouwde schuur
Plattegrond en opbouw
Boerderij van het krukhuis-type waarvan het voorhuis zowel aan de linkerzijde als aan de rechterzijde is uitgebouwd. Het voorhuis is voorzien van een schilddak gedekt met rode en gesmoorde oud-Hollandse pannen alsmede cementpannen. Het rechter dakschild is lager doorgetrokken en voorzien van een mastgoot. Het achterhuis is voorzien van een bijzonder hoog opgetrokken afgewolfd zadeldak met uileborden. De bovenste helft heeft een rietdekking. De onderste helft is belegd met cementpannen. Het dak is voorzien van windveren en watert af zonder goten. Op de nok van het voorhuis bevindt zich een gemetselde schoorsteen. De aan de wegzijde gelegen, aan het achterhuis aangebouwde, schuur is voorzien van een wolfdak gedekt met cementpannen. De gevels zijn overwegend opgetrokken in handvorm baksteen en in kruisverband gemetseld. De boerderij is gebouwd op een L-vormige plattegrond met aan de noordzijde de aan de zijgevel van het achterhuis aangebouwde schuur.
Voorgevel
De zes traveeën brede voorgevel van het voorhuis is asymmetrisch ingedeeld en heeft in de vijfde travee een deuropening die voorzien is van een vernieuwde voordeur en een negenruits bovenlicht met een decoratieve roedenverdeling. De overige traveeën zijn ieder voorzien van een venster met een zesruits schuifraam. Deze gevelopeningen worden alle afgesloten door blinde segmentboogjes met gepleisterde boogvelden en gepleisterde aanzet- en sluitstenen. De gevel bezit verder vijf tweeruits zaadzolderraampjes. Oorspronkelijk bevond zich boven de eerste travee eveneens een dergelijk raampje doch dit is bij het plaatsen van een storende de dakrand doorbrekende dakkapel verwijderd. De voorgevel van de links gelegen schuur is voorzien van een ingehakte opening ten behoeve van een dubbele houten deur.
Linker zijgevel
De linker zijgevel van het voorhuis heeft een venster en zaadzolderraam als in de voorgevel. De gewijzigde gevel van de schuur bezit drie oorspronkelijke door segmentboogjes afgesloten stalraampjes van het type ‘spinnekop’ alsmede twee later toegevoegde betonnen stalramen.
Achtergevel
De imposante achtergevel wordt gevormd door de gevels van het achterhuis en de rechts hiervan gelegen aangebouwde schuur. Met uitzondering van de schuur bezitten deze gevels nog de oorspronkelijke indeling. De links gelegen gevel van het achterhuis bezit een centraal gelegen door een korfboog met aanzetstenen en een sluitsteen afgesloten deeldeuropening. De aanzetstenen zijn respectievelijk voorzien van de belettering W.C.B. en H.R. De sluitsteen is voorzien van de volgende belettering: A.I.B / T.M. / 1868. In de deeldeuropening bevindt zich een dubbele deeldeur. Aan weerszijden hiervan bevindt zich een getoogd later aangebracht ijzeren vierruits stalraam en een door een korfboogje met aanzetstenen en sluitsteen afgesloten staldeurtje. Rechts van het rechter deurtje bevindt zich een klein ijzeren getoogd stalraampje met een decoratieve meerruits indeling. De gevel van de schuur bezit twee korfbogig, met aanzetstenen en sluitstenen, afgesloten staldeuropeningen. Rechts bevindt zich een ingehakte opening als in de voorgevel. Verder bezit de gevel twee halfrond afgesloten ijzeren zevenruits stalraampjes en een hooluik.
Rechter zijgevel
De gewijzigde rechter zijgevel van het voorhuis heeft links een erker en rechts hiervan twee vensters alsmede een deur met een vierruits zijlicht met luik. De gevel van het achterhuis heeft links een rechtgesloten klein venster met een tweeruits schuifraam. De gevel is verder voorzien van twee getoogde staldeurtjes en drie getoogde vijfruits ijzeren stalraampjes met eikebladmotief.
Interieur
Het interieur van de boerderij bezit nog meerdere oorspronkelijke onderdelen. Met name het voorhuis bezit nog een zeer fraai interieur. Zo zijn de wanden van de mooie kamer of keuken, waarvan overigens ooit een deel is afgescheiden ten behoeve van een gang, voorzien van betegelde lambrizeringen, een schouw met betegelde achterwand (onderste deel niet oorspronkelijk), en gehoutte bedstede en vitrinekast deuren. De overige deuren zijn eveneens veelal gehout. Verder zijn de gebintconstructies van het achterhuis en schuren nog aanwezig.
Waterput
In de tuin aan de zijde van de voorgevel bevindt zich een Bentheimer zandstenen waterput die samengesteld is uit segmenten, samengehouden door een ijzeren band.
Bakhuis
Ten zuiden van het voorhuis bevindt zich een bakhuis met een in het verlengde hiervan aangebouwd varkenschuurtje. Beide gebouwtjes zijn opgetrokken op een rechthoekige plattegrond en bezitten één bouwlaag onder een zadeldak gedekt gesmoorde oud-Hollandse pannen en opnieuw verbeterde Hollandse pannen. De voorgevel is voorzien van een door een strek afgesloten deuropening waarin een opgeklampt houten deurtje en een tweeruits bovenlicht. Rechts hiervan bevindt zich een op gelijke wijze afgesloten venster met en stolpraam voorzien van een opvallende decoratieve roedenverdeling. In de topgevel bevindt zich een gietijzeren roosvenster. De linker zijgevel heeft links twee door segmentboogjes afgesloten ijzeren zesruits stalraampjes en een getoogd staldeurtje. Rechts bevindt zich in de gevel een halfrond ijzeren drieruits stalraampje De achtergevel is voorzien van een staldeurtje met aan weerszijden een getoogd ijzeren vierruits stalraampje. De rechter zijgevel bezit vijf halfronde ijzeren drieruits stalraampjes
Bijschuur
Deze is gelegen ten oosten van de boerderij en is gebouwd op een rechthoekige plattegrond onder een wolfdak gedekt met rode oud-Hollandse pannen. Het linker dakschild is gedeeltelijk opgewipt. De gevels zijn opgetrokken in baksteen, gemetseld in kruisverband. Tegen de achtergevel is een lagere schuur aangebouwd waarop de monumentenbescherming niet van toepassing is. De voorgevel heeft enige wijzigingen ondergaan. Deze betreffen het inhakken en vervolgens in een gewijzigde vorm weer dichtzetten van een muuropening ter plaatse van het linker staldeurtje en het dichtzetten van de door een korfboog afgesloten deeldeuropening. In de rechter gevelhelft bevindt zich nog een oorspronkelijk halfrond afgesloten stalraampje en door een korfboog afgesloten staldeurtje. De zijgevels zijn voorzien van staldeurtjes en getoogde ijzeren stalraampjes met eikebladmotief. Deze zijn in de linker zijgevel echter merendeels gewijzigd. De achtergevel heeft links een stalraampje als boven omschreven en rechts een aangebouwde schuur. De gevel is vorder voorzien van een beplanking.
Reden van plaatsing
Architectuurhistorische criteria
- Het boerderijcomplex vormt een goed voorbeeld van een in een traditionele trant gebouwde Achterhoekse krukhuisboerderij met bijgebouwen en waterput waarbij in de detaillering van het voorhuis nog sprake is van invloeden van de Neo-Renaissancestijl. Het boerderijcomplex vormt een der best bewaarde complexen van dit type uit deze periode in het buitengebied van Gelselaar.
- Het complex valt op door esthetische kwaliteiten in detaillering en materiaalgebruik. Opvallende elementen zijn de kapvorm en de blinde segmentboogjes met gepleisterde boogvelden van de vensters van het voorhuis.
- Het complex bezit nog meerdere oorspronkelijke interieurelementen waarvan met name de mooie kamer of keuken opvalt die onder meer nog voorzien is van een betegelde lambrizering, bedstededeuren en een vitrinekast.
Stedenbouwkundige criteria
- Het boerderijcomplex maakt deel uit van het historisch gegroeide gebied ten zuiden van de kern van Gelselaar en neemt hier een prominente plaats in door de situering nabij de Slinge en door de fraaie ligging in het landschap in een bocht van de Schothorstweg. Als zodanig is het complex van belang voor de instandhouding van hot oorspronkelijk karakter van dit gebied.
Cultuurhistorische criteria
- Het complex geeft mede door de nog aanwezige interieuronderdelen een goed beeld van het agrarische leven in de Achterhoek in de vroege twintigste eeuw.
- Het complex bezit historische waarde vanwege de situering op een terrein waar zich mogelijk ooit een kasteel of havezathe heeft bevonden.
Beschrijving: Gelders Genootschap (drs. R.J.A. Crols), beschreven op 21 april 1999
bron: gemeente BerkellandInfo
Wisseling van eigenaar. Van Huize Ruurlo naar Harmen Berendsen
Den 24 junij 1801 ‘s agter middags ten twee uuren heeft Jan Arnold Luitjes in qualiteit als
volmagtiger van L.W. van Heeckeren tot Khel gecedeert en overgedragen aan en ten
behoeve van Harmen Berendsen een parceel, de Schothorst genaamd, bestaande in
huijs, hof, schuur en berg, den Heiden gaarden, Langen gaarden en Borghorster gaarden,
het Seeland, den Roenenkamp, de Kleine Mors, het weijdjen agter de schoppe en het
Hofmeijers Meeken, de Visserij en de vreegrond, benevens een bank in de kerk te
Gelselaar