Rond 1919 verdween Twickel uit Gelselaar als eigenaar van een aantal boerderijen. Zij vielen op dat moment onder verantwoording van de rentmeester van landgoed Nettelhorst. Nettelhorst was toen, en nu nog, in eigendom van Twickel
Het landgoed Nettelhorst was vroeger veel groter dan nu. Bij de aankoop door Twickel, in 1834, besloeg het 331 hectare en telde het achttien boerderijen. Het bezit werd vervolgens uitgebreid met landerijen en boerderijen in Borculo, Laren en Lochem, tot bijna 650 hectare met dertig boerderijen. Maar daarvan is thans slechts een fractie over. Door de Oktoberrevolutie waardeloos geworden Russische aandelen noodzaakten de toenmalige baron van Twickel in 1919 en 1921 een groot deel te verkopen.
De erven Benneker, Harmelinck, Hilhorst, Laarberg en Scholte behoorden oorspronkelijk tot het landgoed Weldam. In 1834 werden deze erven bij het nieuw aangekochte landgoed Nettelhorst gevoegd. De boerderijen in Gelselaar die in 1834 bij het landgoed hoorden:
Ook was Twickel hierdoor vertegenwoordigd in het Marke bestuur en was het in het bezit van diverse verspreidde percelen. Meestal gebruikt voor de verkoop van hout.
In 1918 werden alle bezittingen van Twickel in Gelselaar te koop aangeboden.