J. Hassink en A.J. Bleumink veertig jaar lid
Een artikel uit de media van 14 december 1989
GELSELAAR
“We hebben machtig veel muziek gemaakt” zegt A.J. Bleumink uit Gelselaar. Zaterdagavond wordt hij, samen met Jan Hassink, in café Florijn gehuldigd vanwege zijn 40-jarig lidmaatschap van de muziek in Gelselaar. Dat gebeurt ongeveer halverwege het donateursconcert dat Excelsior die avond bij Florijn geeft. Gerekend wordt op een volle bak’.
Bleumink werd op 9-jarige leeftijd lid van Excelsior, waar hij begon op de klarinet. Na zeven jaar stapte hij over op de bariton, een beslissing waar hij nooit spijt van gehad heeft. De eerste muzikale beginselen werden hem destijds bijgebracht door een ouder en meer ervaren lid van Excelsior. Muziekscholen en zo kende men in die dagen nog niet.
JAMMER
Bleumink zat het muziek maken blijkbaar in het bloed, want al na korte tijd kon hij aardig spelen. “Ik heb later ook nog een hoop leerlingen opgeleid voor klarinet, trompet, dat maakte niets uit’, zegt hij tevreden lurkend aan zijn pijp en af en toe nippend aan zijn borrel. Erg trots is hij ook nog steeds op het feit, dat een van zijn leerlingen, Bart Blaak, naar het conservatorium gaat. Om minder tevreden te vervolgen met: “Ik heb er zat opgeleid, maar ze ziin er allemaal weer afgegaan. Dat is jammer, maar dat is nu eenmaal zo. Bij tijd en wijle had ik er zes in de week.’ In de afgelopen veertig jaar heeft Bleumink heel wat keren opgetreden. Gemiddeld komt hij nu nog aan zo’n vijftig concerten per jaar: dertig met de Edelweisskapel en 20 met Excelsior. Met name de kapel, waarvan hij pakweg vijftien jaar arrangeur is geweest en ondertussen ook al weer 28 jaar lid, is zijn lust en zijn leven. “Ik ben gek van de Duitse blaasmuziek. Dat weten ze hier ook wel.’ In schril contrast met het aantal optredens in de afgelopen veertig jaar staat het aantal malen dat hij met Excelsior naar een concours is geweest. Na even nagedacht te hebben, komt Bleumink tot slechts twee keer namelijk Goor en Eibergen. “We gingen en gaan heel weinig naar concoursen.” Is het gezellig bij Excelsior? ‘Ja, natuurlijk, maar dat moet je het ook zelf maken. Overal is wel eens onenigheid. Dat moet ook gebeuren. Als dat er niet is, ben je geen goeie vereniging. Je moet elkaar het een keer glad voor de kop kunnen zeggen”, aldus Bleumink, die ook nog een jaar of zes tweede voorzitter van Excelsior is geweest.
JAN HASSINK
Ziin collega Jan Hassink is veertig jaar geleden eveneens begonnen op de klarinet Vervolgens werd het de es-klarinet en nu al weer een jaar of vijftien de altsax. Zijn zusters weten nog, dat hij op 9 maart 1949 voor de eerste keer op muziek is geweest. Jan was op dat moment twaalf jaar oud. J.W. Roossink uit Gelselaar heeft hem de eerste beginselen bijgebracht. “Ik was iets minder als Bleumink. Hij heeft iets meer van Payer weg. De mooiste samenwerking hebben we gehad toen hij tweede voorzitter was en ik vijf jaar voorzitter ben geweest. Dat was een heel mooie tijd. Er is geen dag voorbij gegaan dat we elkaar niet gebeld hebben”, aldus Hassink, die een groot liefhebber is van Amerikaanse muziek. “Dat is ook zo mooi van muziek maken”. vervolgt hij na een korte adempauze. “Daar kun je mee doorgaan. Voetbal moet je op een gegeven moment opgeven. Zo lang je nog lucht hebt en op een stoel kunt zitten, kun je echter ook nog blazen.” Het donateursconcert. dat om half acht begint. kent een zeer gevarieerd programma met bekende nummers als Alte Kameraden en The Sound of Music. Gera Kok, de dochter van Hassink, zingt in The Young Verdi. Bij het nummer The Wunderfull Rockmachine zijn de majorettes van de partij. terwijl in Great Parade, het slotnummer, drumband en majorettes meedoen. Vervolgens wacht het publiek nog een verrassing, maar daar wil voorzitter A. Haarman niets over kwijt.
Vreselijk veel
Excelsior telt op dit moment zo’n 95 leden, die wekelijks op maandagavond onder leiding van dirigent G .Berentsen repeteren. “Voor zo’ n gat als hier Is dat vreselijk veel”. aldus Bleumink. Waarna voorzitter Haarman besluit met: “Ik vind dat we een heel fine en gezellige vereniging hebben met veel jeugdleden, iets dat heel belangrijk is.”